HOME

Dieren fokken

25 fokken 1.jpg25 duif.jpg25 IMG_2563.JPG25 fokken 8.jpg

Leden van Pels en Pluim die met ondergenoemde dieren fokken, zijn op een totaal andere manier met hun hobby bezig. Natuurlijk is hier ook het genieten van de dieren, het bezig zijn erg belangrijk. Fokkers stellen zich bepaalde doelen in de hobby. Bij voorbeeld het in stand houden van zeldzame rassen. Of rasverbeteringen proberen te bewerkstelligen. Nieuwe kleurslagen creëren. Dwergvarianten proberen te fokken en mooie dieren te fokken die het straks op de tentoonstelling goed zullen doen. Daar komt een heleboel kennis, vakmanschap en geluk bij kijken. Het vraagt een grotere investering. Denk maar aan een grote konijnenstal, vijverpartijen voor de watervogels, broedmachines, verzendkisten, duivenhokken, trainingskooien en de nodige vakliteratuur. Iedere diergroep kent zijn specifieke benodigdheden.

Opfokken van jonge konijnen

De drachttijd van de voedster bedraagt ongeveer 30 á 31 dagen. Meestal heeft ze op de laatste dag een nest gemaakt van wol dat ze uit haar lichaam heeft geplukt. De jongen, in aantal afhankelijk van de grootte van het konijn, worden kaal en blind geboren(nestblijvers).

  

4 weken oud                    6 weken oud

Op de dag van de geboorte wordt de 1e selectie uitgevoerd. Dit dient bij tekeningrassen 2 doelen: ten eerste of er geen dode dan wel mismaakte jongen tussen zitten, deze worden direct verwijderd. Ten tweede worden de jongen die niet aan de vereiste tekening voldoen ook verwijderd. Per nest houd ik meestal wel 2 á 3 jongen aan die de voedster mag grootbrengen. De voedster wordt tussen bevalling en verspenen(jongen bij de voedster weg) bijgevoerd met krachtvoer met extra vitaminen. Een paar uur na de geboorte worden de jongen al gezoogd. Dit zogen gebeurt 1 keer(soms 2 keer)per dag, meestal ’s avonds/’s nachts en een keer later op de dag. Na 5 dagen controleer ik het nest voor de 2e keer. Kijken of de jongen zich goed ontwikkelen: voldoende voeding binnen krijgen. Soms blijkt er nog een jong niet mee te komen of buiten het nest ligt. Dan ook is de eerste beharing al goed zichtbaar en wordt de tekening al duidelijker. Vaak valt bij tekeningrassen de tekening achteraf toch tegen. Dat jong mag blijven tot de volgende selectie. Na ongeveer 10 dagen controleer ik voor de 3e keer. Bij deze controle word gekeken of alle ogen geopend zijn. Soms is dit niet het geval(oogleden kleven). Het is belangrijk hierop te letten. Met een beetje gekookt lauw water losmaken. Verkleving is later moeilijk ongedaan te maken. De jongen in het nest manifesteren zich steeds duidelijker, soms kunnen ze zich al zodanig bewegen dat ze uit het nest komen. Na de 3e controle laat ik het nest tot het moment van verlaten( 18 á 19 dagen) zoveel mogelijk met rust. Het komt voor dat voedsters slechte moeders zijn of een slechte melkgift hebben. Jongen komen dan eerder het nest uit om te drinken. Soms leidt dit tot een slechte ontwikkeling van de jongen, welke later zijn weerslag kan hebben.


Als alles normaal verloopt komen de jongen met 18 á 19 dagen(soms met 3 weken) uit het nest. De omgeving in het hok wordt kort verkend, waarna ze het nest weer opzoeken. Ook beginnen ze reeds te knabbelen aan het stro en aan de korrels of zoeken de voedster op om te drinken. Na ongeveer 4 weken eten de jongen al volledig zelfstandig. Tot ongeveer 6 weken hebben ze nog de moedermelk nodig. Daarna gaan ze water drinken. Verder krijgen de jongen een startkorrel waar alle benodigde vitaminen en mineralen in zitten. Zelf voer ik daarnaast hooi en is er altijd voldoende stro. Met groenvoer begin ik meestal, heel spaarzaam, na 8 weken. Voor de sportfokker breekt een interessante tijd aan. Hij kan steeds beter zien of de jongen uitgroeien tot gezonde dieren die hopelijk later ingezet kunnen worden voor verdere fok en/of tentoonstelling. Dan staat de fokker ook voor de 2e selectie. Met welke dieren wil hij verder, welke moeten uiteindelijk toch weg. De 2e selectie loopt vaak samen met de verspening. Dit gebeurt na 6 á 7 weken. De jongen zijn voldoende zelfstandig en kunnen bij de moeder weg. Jongen die blijven, zitten doorgaans bij mij nog 1 á 2 weken bij de voedster en kunnen nog wat laatste moedermelk drinken. Bij een tekeningras wordt bij de 2e selectie voornamelijk gekeken of de tekening aan de voor dat ras beschreven standaardeisen voldoet. Soms blijkt dit niet het geval en zal de fokker afstand doen. Na 8 weken krijgen alle jongen een zelfstandig hok en is de voedster inmiddels gedekt voor een 2e keer(bij mij tevens laatste nest per jaar) gedekt. De jongen ontwikkelen zich inmiddels meer en meer tot volwassen dieren. Ook voor hen de start van een nieuwe cyclus.

Luc Pol

 

Het kweken van jonge duiven

In tegenstelling tot het opfokken van kuikens (bij kippen) gaat het kweken van jonge duiven toch geheel anders.
Meestal rond januari, februari (afhankelijk van het ras en voorkeur van de duivenfokker) worden de fokkoppels door de fokker samengesteld, de fokker bepaald welke doffer (mannetjes duif ) gekoppeld gaat worden aan welke duivin (vrouwtjes duif), na ongeveer 10 dagen zal de duivin het 1e ei gaan leggen (meestal tussen 18.00-20.00 uur) 2 dagen later zal de duivin het 2e ei gaan leggen (meestal tussen 17.00-18.00 uur), nu zullen de doffer en duivin 18 dagen lang afwisselend op de eieren gaan broeden, als alles goed gaat worden beide jonge duiven bijna gelijktijdig geboren.

    
1 dag                                5 dagen                           3 weken oud

De jonge duiven zijn de komende 4 a 5 weken volledig afhankelijk van de ouders, de ouders zullen beide jongen voeren, de eerste 6 tot 8 dagen krijgen ze pap (kropmelk) van de ouders, dit wordt via de bek van de ouders overgebracht naar de bek van de jonge duiven, na ongeveer 8 dagen zullen de ouders geleidelijk aan beginnen met wat meer vast voedsel (het duivenvoer) ook dit wordt via de bek overgebracht, dit voerproces zal door gaan tot ongeveer 4 a 5 weken, het moment waarop de jonge duiven zullen gaan uitvliegen en zelfstandig gaan worden, zolang de jonge duiven bij de ouders in het hok zijn zullen ze blijven bedelen om door de ouders gevoerd te willen worden, echter als de jongen duiven 10 a 15 dagen oud zijn beginnen de meeste doffers alweer te drijven achter de duivin aan om een 2e ronde op gang te brengen, meestal zal dan ook alweer snel het 1e ei verschijnen gevolgd door een 2e, laat men deze eieren liggen voor het broeden dan gaat de aandacht van de ouder dieren meestal meer naar de eieren dan naar het opvoeden van de jongen, het is dan ook verstandig om pas weer eieren te laten liggen op het moment dat de jonge dieren van de 1e ronde voldoende gegroeid zijn, als de jonge duiven voldoende gegroeid zijn na 4 a 5 weken is het verstandig om ze in een ander hok te plaatsen met alleen jonge duiven, ze kunnen dan in alle rust verder groeien tot een volwassen duif.


4 a 5 weken oud

Een ander probleem is dat de jonge duiven kaal worden geboren en warm moeten worden gehouden door de ouders, wanneer de ouder dieren te snel beginnen met een 2e ronde dan zullen ze toch al meer het nest verlaten waardoor de jonge duiven koud worden en dood zullen gaan, na 10 a 12 dagen zullen de eerste stoppels zich gaan openen en zullen er veertjes ontstaan, op het moment dat de jonge duif in de veren zit (dit is na ongeveer 16 tot 18 dagen ) kan die zichzelf warm houden en mogen de ouders wel meer van het nest af.
Verder moet de jonge duif na 8 a 10 dagen (dit is verschillend per ras) worden voorzien van een vaste voet ring uitgegeven door de N.B.S. (Nederlandse Bond van Sierduivenliefhebbers)
Harry Nijman, 2013.

Opfokken van jonge watervogels

Een eend zit te broeden op 10 eieren. Na ongeveer 30 dagen komen er 10 kuikens uit. Nog weer 6 weken later zitten de kuikens goed in de veren en vliegen ze alle 10 weg samen met hun ouders.
Tot zover het sprookje. De werkelijkheid is nogal wat weerbarstiger.
In de natuur wordt hooguit 20% van de kuikens volwassen, in stadsparken nog geen 10%.
Als eenden fokker zul je dus iets moeten verzinnen om toch wat jongen groot te krijgen. Daarom haal ik meestal een nest eieren weg als de eend een week gebroed heeft. Zo wordt de kans dat de eieren worden geroofd door kraaien, eksters, ratten enz. al veel kleiner. Ook lopen broedende eenden een veel grotere kans gepakt te worden door marters, bunzingen en ook katten, dan dieren die lekker op het water zitten.
De eieren leg ik in de broedmachine, waar ze meestal net zo goed uitkomen als onder de eend. De kuikens gaan vanuit de broedmachine naar het opfokhok, met daarin een warmtelamp en daaronder een stukje keukenrol waar ze lekker warm op kunnen zitten. De rest van de vloer van het opfok hok bestaat uit (fijn) gaas, waar de mest en gemorst voer en water doorheen valt, anders wordt het een ontzettende smeerboel. In de hoek van het opfokhok staat een waterbakje onder een druppelaar, zodat ze steeds vers drinkwater hebben. Door steeds een groter bakje te geven krijgen ze vanzelf ook zwemwater. De kuikens worden na 2 dagen geleewiekt en ergens tussen 7 en 15 dagen geringd. Vanuit dit opfokhok gaan ze naar buiten in een perk met een net erover tegen roofvogels, kraaien enz. Meestal krijgen ze de eerste paar dagen een afdakje met verwarmingslamp mee. Op welke leeftijd ze naar buiten gaan, hangt af van het soort eend en ook van het weer.
Bij de ganzen haal ik tegenwoordig de eieren twee dagen voordat ze uitkomen uit het nest, om ze in de broedmachine te laten uitkomen. Jonge ganzen gaan meestal meteen in een verplaatsbare ren op het gras. Ook met een warmtelamp en natuurlijk voer en water. Tot voor enkele jaren liet ik ganzenkuikens altijd gewoon bij de ouders lopen ,maar nu hier steeds meer ooievaars komen , die in De Wijk e.o. in groten getale gefokt worden en bijgevoerd worden met 1dags-kuikens, kan dat niet meer. De ooievaars halen de jonge ganzen tot de laatste toe op om ze aan hun eigen jongen te voeren. Erg jammer, het was altijd een mooi gezicht; ganzen met jongen.

Henk Godeke

Het opfokken van kuikens

Het opfokken van kuikens gebeurt op twee manieren, of de moederkip, kloek, broedt de eieren in 21 dagen uit en verzorgt haar kuikens zelf of de eieren komen uit in de broedmachine na gemiddeld 21 dagen.
Eerst maar even de kloek. De kloek gaat op de eieren zitten en blijft als het goed is 21 dagen broeden. Ze verlaat haar nest wel om te poepen, echt een geweldige drol, en om te eten en te drinken. Soms gooit ze zelf een ei eruit dat niet goed is. Als de kuikens uit het ei komen, drogen de jongen mooi op onder de vleugels van de moeder. Vaak zoekt ze als de eieren uitgekomen zijn een nieuw schoon plekje met haar kroost. Als de kloek met kuikens genoeg ruimte hebben dat scharrelt ze rond en doet alles voor aan haar kuikens, die het snel van haar over nemen. Zit de kloek met kuikens in een beperkte ruimte, dan zien we dat er uitloopruimte voor de kuikens is gemaakt, waar de kloek zelf niet kan komen. De kuikens moeten bij het water kunnen komen en eten naast alles wat moeder aanbiedt, ook gewoon kuiken opfokmeel. Voor het opgroeien van de kuikens hebben de voederproducenten allerlei soorten voer in de handel gebracht. Het is eigenlijk de mooiste manier.
Leggen we eieren in de broedmachine, dan vraagt dat de nodige aandacht van de fokker. Temperatuur en vochtigheid dienen goed in de gaten gehouden te worden. Dat kan per broedmachine wel iets verschillen. Broedtemperatuur is 37,8 graden Celcius en een vochtigheid rond de 50%. Na drie dagen kan de keerinrichting worden ingeschakeld of vanaf dat moment kunnen de eieren met de hand gedraaid worden, 2 à 3 keer per dag. Na zes dagen kunnen de eieren met een schouwlamp geschouwd worden, controle of ze bevrucht zijn. De onbevruchte worden verwijderd. Na 18 dagen stoppen met keren van de eieren en de vochtigheid opvoeren naar ruim 70%. En dan maar afwachten en hopen dat alles goed gaat. Tussen de 20ste en de 22ste dag komen de kuikens nat uit het ei en drogen in de broedmachine op tot mooie dons balletjes. Een kuiken kan tot twee dagen na uitkomst in de broedmachine blijven. Daarna gaan de kuikens in een opfokhok waar de temperatuur 32 graden C. is en waar de kuikens water en voer ter beschikking hebben. Iedere week daarna kan de temperatuur met 4 graden naar beneden worden bij gesteld. Kuikens zijn dus nestvlieders en kunnen zich onder goede omstandigheden zelf redden en uitgroeien tot volwassen dieren.

Hans.

  

   


“Nieuw digitaal boek “ het internetadres van dit boek is: http://edepot.wur.nl/231259