ACTIVITEITEN
Sier- en watervogelfokker
.JPG)
.JPG)
.JPG)
.JPG)
Jan Braakman is bij de meeste leden van Pels en Pluim het bekendst al de fokker van het Vorwerkhoen in zowel de grote als de kriel variant. Toch is hij nu voor de website geplaatst in de rubriek “ Bij de fokker thuis” in de categorie Sier- en Watervogelfokker. Daar zijn twee redenen voor: 1. er zijn niet zoveel watervogelfokkers, de spoeling is erg dun én 2. hij heeft veel meer watervogels dan kippen, zeker in soorten, en ik denk ook in aantallen.
Jan Braakman is geboren in Radewijk in 1951 en later is hij samen met Gea gaan wonen in Rheezerveen en tenslotte terechtgekomen in Lutten. Jan had in Rheezerveen ook nog geiten waarmee hij fokte en showde, de Wallische geit en de Witte Zaan, maar na de verhuizing moesten de geiten weg, omdat de afrastering er dankzij de grote horens van de Wallsche geit helemaal aan ging.
Jan is vanaf zijn 32 ste actief met de Vorwerkhoenders, even een paar Lakenvelders, maar snel terug naar de Vorwerkhoen in kriel en groot. Hij is trouw aan dit ras en hij stond in 1985 aan de basis van de oprichting van de speciaalclub van Vorwerkfokkers. Deze speciaalclub heeft later ook de Lakenvelders geadopteerd. Van de Vorwerkers fokt Jan er per jaar zo’n 80 à 90 stuks en hij heeft niet zoveel moeite om van de dieren af te komen. Vanuit het hele land weten ze de fokker te vinden. Waarschijnlijk heeft hij dat ook te danken aan zijn hoogst gewonnen prijs in zijn loopbaan, namelijk een Gouden Tientje op de Noordshow voor het mooiste grote hoen van de show.
Na een lekker bakkie koffie en cake ben ik door Jan rondgeleid over zijn erf en kwam ik de Hovawarthonden tegen, de eenden en de ganzen, de duifjes en de duiven en de boerenzwaluw op het nest, maar waar je ook kijkt, overal zitten zijn dieren, op het nest, onder de lamp, op de vijver of tussen de planten te broeden.
Jan fokt de volgende eenden: gevlekte Boomeend, Java Boomeend, Witwang Boomeend, Peijton eend, Wintertaling, Zomertaling, Baikal, Witte Mandarijneend, Versicolor, Amerikaanse kuifeend, IJslandse brilduiker, Witoog eend en Hottentotten. En dan de volgende ganzen soorten: Keizersgans, Rotgans, Grijskopgans, Roodkopgans, Goudoogje, Pacificgans en de Roodhalsgans.
In het seizoen fokt Jan van de verschillende soorten zo’n 150 jongen. Met de kippen showt Jan regelmatig, maar de watervogels vindt hij daar niet geschikt voor. Hij heeft het een keer gedaan en gelet op de stress voor de dieren, besloten ze mooi op de vijvers te houden.
Als je zoveel dieren hebt, kost je de hobby veel vrije tijd om alles goed te verzorgen. In het hoogseizoen wel 3 uur per dag. Toen Jan nog werkte, ’s avonds zo’n anderhalf uur en dan een groot deel van de zaterdag. Nu Jan “gepensioneerd” is, is hij iedere dag de nodige uren bezig. Voeren, watervoorzieningen, jonge dieren opfokken, ringen, leewieken, nesten contoleren. Eieren liggen bij de meeste broedende watervogels tot de 18de dag onder het moederdier en daarna worden de eieren in de broedmachine uitgebroed.
Gevlekte Boomeenden zijn van een soort waarvan de jongen moeilijk groot te krijgen zijn, vaak gaan de kleintjes al voor de derde dag dood.
Op zijn terrein heeft Jan maar twee keer last van een steenmarter gehad. Het kostte hem zeven Holenduiven en een Boomeend met dertien bevruchte eieren.
Ik zei het al, er zijn veel soorten dieren, zoals twee Hovawarts en Jan vertelde dat hij wel 30 jaar actief is geweest met de Hollandse en de Mechelse herders. Lid van de club en bezig met africhten en opleiden van de honden voor speciale activiteiten.
En dan ook nog een aantal duiven: Groenvleugelduiven, Bronsduifjes ,Hagenaars en wat postduiven. En een duifje dat luistert naar de naam Zomertortel. Jan heeft deze duifjes al 50 jaar omdat ze een prachtige roep hebben.
Plannen zijn er voor het komend jaar: Jan moet een aantal oude hokken gaan vervangen. Hij heeft daar al wel ideeën over en als alles straks weer klaar is, is het de moeite waard om bij Jan, (hij noemde het zelf al) de clubbarbecue te houden en dan bij hem en zijn naaste buren een kijkje te nemen. Daar zijn nog veel meer soorten Watervogels.
Watervogelvoer bevat interessante zaadjes. De jonge ganzen of eenden die naar buiten mogen zijn verzot op de plantjes die uit deze zaadjes gekomen zijn. We hebben het hier over wietplantjes. Toch een interessante hobby watervogels houden.
Jan bedankt voor je gastvrijheid en veel succes met al je dieren.
Hans Heemskerk
Natuurlijk zijn er meerdere leden die watervogels houden, maar waar kunnen we nu beter beginnen dan bij Henk Godeke. Als we binnen Pels en Pluim spreken over watervogels, dan denken we allereerst aan Henk.
Henk is geboren in Collendoorn en woont samen met zijn vrouw Ted aan de Spokenkampweg in Bruchterveld. Henk heeft veel ruimte om zijn huis voor het houden van zijn dieren. Mooie vijverpartijen, opfokrennen en grote open ruimten waar de verschillende ganzen en eenden paartjes voor het nageslacht kunnen zorgen.
Henk is vanaf 1974 met de wilde watervogels in de weer en sinds 1973 lid van Pels en Pluim. Naast de watervogels heeft Henk ook kippen en kalkoenen gefokt. Met kalkoen Bartje haalde Henk op de Noordshow een U. (uitmuntend) Per goed fokseizoen komen er gemiddeld zo’n 250 jonge dieren. Jonge dieren verkoopt Henk veelal en ze komen via verschillende kanalen overal op de aardbol terecht, van Midden Oosten tot Zuid Amerika aan toe. Dit jaar wil het nog niet zo vlotten met de fokkerij.
Bij Henk treffen we alleen de wilde watervogels aan. Hij vindt ze mooier dan de gedomesticeerde soorten, tamme soorten. De wilde zijn mooier, zo door de natuur gemaakt en origineel van kleur. Er lopen hier zo’n 34 verschillende soorten en de meest voorkeur verdienen de Keizersganzen, erg mooi en lief, de Javaboomeendjes, iets speciaals en de Orinokoganzen, mooi van verenkleed en de Australische Hoenderganzen, kwaaie jongens hoor! Ook de Roodhalsgans is een favoriet, een mooi getekend soort die per stel in 1980 voor Fl 1800,-- door Henk werden aangeschaft en 30 jaar bij Henk in de vijvers hebben vertoefd. Met de wilde watervogel krijg je geen band. Het zijn en blijven wilde dieren. Wel wennen ze aan de aanwezigheid van de verzorger, eigenaar.
De eenden en ganzen worden geringd. Voor ieder ras staat omschreven welke ring maat ze moeten hebben. De jonge dieren worden ook geleewiekt om wegvliegen te voorkomen.
De eieren broedt Henk voor een aantal soorten uit in de broedmachine en fokt de jonge dieren op onder de lamp. Mooier is een paartje ganzen met 12 kuikens achter zich aan door de ren te zien lopen. Het verhaal van de 12 kleintjes loopt wat treurig af, want ieder dag was er een minder tot dat Henk zag wie de boosdoener was, namelijk een ooievaar. Henk heeft geen last van klein wild zoals bunzing of marter, maar een havik of sperwer, kraai of ooievaar gaan wel met zijn dieren aan de haal.
Henk is lid van de KLN en van Aviornis, een vereniging voor de fokkers en houders van alle mogelijke soorten wilde vogels, dus niet alleen de watervogels.
Een afspraak maken met Henk Godeke kan en je krijgt heel veel moois te zien.
